Nederland heeft bij het Europees kampioenschap voor jongens onder 20 jaar beslag gelegd op de vierde plaats. In de troostfinale verloor Jong Oranje van mede-organisator België. De afsluitende wedstrijd van een in alle opzichten leerzaam en succesvol toernooi eindigde zondag in Den Haag met een 0-3 nederlaag.

Bij aanvang van de samen met België georganiseerde titelstrijd luidde het streven van spelers en begeleiders van het Nederlandse <20-team om te eindigen bij de eerste vier in de poule. Om het toernooi zodoende af te mogen sluiten op het finaleweekend in Den Haag. In die opzet slaagden Arnold van Ree en zijn pupillen glansrijk. Ze bekroonden hun vijf optredens in de fonkelnieuwe Van der Knaaphal in Ede zelfs met plaatsing voor de halve finales. Met als hoogtepunt de zinderende vijfsetter op woensdagavond tegen Duitsland. Hierin werd de basis gelegd voor de tweede plaats in de eindklassering in de groepsfase.

Na de verloren ouverture op zaterdag 14 juli tegen de latere finalist Tsjechië groeide Jong Oranje zienderogen in het toernooi. Het was knap hoe een vastberaden spelersgroep de wil om het gemeenschappelijke doel te bewerkstelligen in daden omzette. ’s Lands grootste volleybaltalenten lieten hun marsroute richting Den Haag door niets en niemand verstoren. Haast stoïcijns vervolgden ze hun weg door het toernooi. De overtuiging van dat het kon werd tegen achtereenvolgens Finland (3-0), Portugal (3-1) en Duitsland (3-2) succesvol onder bewijs gesteld. De 2-3 nederlaag in het afsluitende pouleduel tegen Wit-Rusland was jammer en misschien zelfs wel onnodig. Met het winnen van de eerste twee sets was de halve finaleplek echter al veiliggesteld.

Rusland stak er zaterdag een stokje voor dat de Nederlandse hemelbestormers doorstootten naar de finale. Tot teleurstelling van de spelers, maar zeker geen schande. Je moet soms ook durven toegeven dat tegenstanders beter zijn. Completer. Verder in hun ontwikkeling. De 3-1 nederlaag veroordeelde Jong Oranje derhalve tot de troostfinale. Hierin konden de jeugdige Oranjehelden behalve alle opgedane ervaringen toch nog iets tastbaars aan een succesvol toernooi overhouden.

Met een heuse derby der Lage Landen tot gevolg. Met de Belgische leeftijdsgenoten, die zaterdag hun halve finale met 3-1 verloren van Tsjechië, moesten de Nederlanders uitvechten wie het brons mee naar huis mocht meenemen. Wat vanuit Nederlands oogpunt een historische prestatie zou hebben betekend. Een Oranje-team in deze leeftijdscategorie veroverde slechts een keer eerder eremetaal. Zilver in 2004. Onder leiding van huidig bondscoach Gido Vermeulen.

In de topsporthal van de Haagse sportcampus kostte het Jong Oranje weinig moeite zich voor een zevende keer in negen dagen op te laden. Al gold hetzelfde voor de Belgen… De eerste set vormde daar een wel tamelijk bizar bewijs van. Het was een set voor de sterke zenuwen en de lange adem. Vijf setpunten voor Nederland. Zes setpunten voor de zuiderburen. Alvorens uiteindelijk de duivelse Belgen de set in hun voordeel besliste. Met de niet alledaagse cijfers… 33-35! Ook in de tweede set verkocht Nederland de huid zo duur als in z’n macht lag, maar beschikte de tegenstander over meer doorslagkracht: 21-25.

In de derde set brak het Nederlandse verzet definitief en mocht de omvangrijke Belgische supportersschare wederom juichen. Met 20-25 kwam er voor Jong Oranje een einde aan een desondanks gedenkwaardige Europese titelstrijd. Weliswaar zonder medaille, maar met een vierde plaats als verdienstelijke eindklassering.

Bekijk ook eens

Facebook X WhatsApp LinkedIn