Het olympisch kwalificatietoernooi voor de vrouwen in Catania op Sicilië is al over drie weken. Op Papendal wordt hard gewerkt in voorbereiding op deze belangrijke kans op een tweede achtereenvolgende deelname aan de Olympische Spelen. De vierde plaats van Rio ligt nog vers in het geheugen, maar de formatie van bondscoach Jamie Morrison wil meer. En met wedstrijden tegen België, Kenia en grote rivaal Italië voor de boeg, wordt het een strijd op leven en dood op Sicilië.
Van 2 tot en met 4 augustus zijn alle ogen in de internationale volleybalwereld gericht op de zes verschillende olympische kwalificatietoernooien. Nederland is gekoppeld aan België (nr. 19 van de wereld), Kenia (nr. 20) en Italië (8e). De Volleybaldames zelf vinden we terug op de zevende plaats op de wereldranglijst. Net zoals bij de mannen kwalificeert de winnaar van het toernooi zich voor de Spelen van 2020 in Tokio. Mocht Oranje zich niet plaatsen, dan is er in januari 2020 nog een mogelijkheid via een Europees kwalificatietoernooi.
België en Nederland staan over het algemeen garant voor spectaculaire en spannende wedstrijden. De buurstrijd legt altijd wat meer prestige in de schaal, zoals we in het verleden vaak hebben gezien. De meest recente ontmoeting tussen beide landen was in de Volleyball Nations League op 11 juni. België won met 3-2. Aan de hand van Kaja Grobelna maakten de Belgische vrouwen een 2-0 achterstand goed. Het was voor het eerst in negen wedstrijden dat de Belgen wisten te winnen van Oranje, dat de laatste jaren in alle grote toernooien beter heeft gepresteerd.
Kenia is de grote onbekende op het OKT. Op het WK van vorig jaar in Japan behaalde het Afrikaanse land de twintigste plaats, waar Nederland vierde werd. De vrouwen van Kenia wisten in de groepsfase alleen hun openingswedstrijd tegen Kazachstan te winnen. Van Servië, Puerto Rico, Brazilië en Dominicaanse Republiek werd met 3-0 verloren. De laatste keer dat Nederland en Kenia tegenover elkaar stonden was in 2010 op het WK waar de Volleybaldames met 3-0 wonnen. Manon Flier was topscorer, Maret Grothues kwam tot 12 punten. Ook Robin de Kruijf, Myrthe Schoot, Nicole Koolhaas en Laura Dijkema waren onderdeel van de selectie.
Italië dé belangrijkste opponent
Op zondag 4 augustus staat dé kraker tegen Italië op het programma. Dit is waar het voor Nederland moet gebeuren. De nummer 7 en 8 van de wereld. Italië is de verliezend finalist van het WK, Nederland de nummer 4.
Italië kan bouwen op het grootste volleybaltalent van de laatste jaren, Paola Egonu. Met haar mokerharde aanvallen is zij slecht af te stoppen. Ze maakte in mei vrijwel eigenhandig haar club Novara Champions League-kampioen met 27 punten in de finale tegen het Conegliano van Robin de Kruijf. In de halve finale had ze een nog imposanter optreden, tegen VakifBank maakte ze 39 punten en sloeg ze in de golden set haar team naar de winst met enkele belangrijke aces.
Italië is al jaren aan een opmars bezig. Op de Europese jeugdtoernooien in de laatste drie jaar is Italië altijd eerste of tweede geworden. Die lichting debuteert inmiddels ook in het grote Italië, met onder andere Sarah Luisa Fahr en Elena Pietrini. In de Nations League won Italië dit jaar met 3-1, maar daar dient bij aangetekend te worden dat Oranje in de eerste week niet op volle sterkte opereerde. Het wordt ongetwijfeld een gevecht op het scherp van de snede.
Nederland oefent twee keer tegen Japan
In aanloop naar het OKT spelen de Volleybaldames twee keer tegen de nummer 6 van de wereld Japan in het kader van de Rabobank Super Series. Op vrijdag 26 juli wordt gespeeld in IISPA Almelo, een dag daarna in het Zuiderpark in Den Haag. Voor die laatste uitzwaaiwedstrijd zijn nog kaarten beschikbaar, maar wees er snel bij! Koop je kaarten nu op www.volleybal.nl/tickets.
Foto: FIVB.com