Aan de afgelopen Paralympische Spelen in Tokio deed voor het eerst in de geschiedenis geen Nederlands team mee. Toch was er wel een team actief met een Nederlands tintje: Rwanda. Coach Peter Karreman was als coach van de Rwandese mannen actief op de Spelen van Londen (2012) en was in Rio de Janeiro (2016) eindverantwoordelijk voor het vrouwenteam. Hij legde het fundament voor het Rwandese zitvolleybal. Daarnaast heeft het Liliane Fonds veel Rwandese speelsters geholpen om zo goed mogelijk om te gaan met hun handicap. Journalist Chris Korsten volgde het team op de Paralympische Spelen van Tokio en schreef het onderstaande indrukwekkende verhaal.
De grote publiekslieveling, dat waren de zitvolleybalsters van Rwanda vijf jaar terug tijdens de Paralympics van Rio de Janeiro. In Japan, waar geen publiek aanwezig mocht zijn, was Team Rwanda opnieuw van de partij. En wederom trokken de speelsters, van wie verschillende individuen in het verleden door het Liliane Fonds structureel ondersteund zijn geweest, op een positieve manier de aandacht. Rwanda won de strijd om de zevende en achtste plaats door het gastland af te troeven.
Nziza! Nziza! nziza! De traditionele strijdkreet klinkt krachtig en luid door de arena, kort voor aanvang van het afsluitende duel met Japan. De handen ploffen op elkaar, wat vergezeld gaat met een reeks high fives. Slechts een kleine groep vrijwilligers, enkele officials en uiteraard de tegenstander zijn er getuige van. Het tafereel speelt zich af in de Makuhari Messe Hal in de prefectuur Chiba, vlakbij Tokio.
Vasthoudendheid
In een redelijk gelijk opgaande strijd trekken de Rwandese vrouwen daarna driemaal aan het langste eind zonder ook maar een set af te hoeven staan. Het team onder leiding van trainer-coach Jean Marie Vianney Nsengiyumva en zijn assistent Eric Gakwaya vecht voor elk punt, om de huid zo duur mogelijk te verkopen. Regelmatig wordt vanuit een bijna kansloze positie alsnog succes geboekt. De vergelijking met de vasthoudendheid van een graankorrel die op rotsachtige bodem is ingezaaid, dient zich meer dan eens aan. Blocker Sandrine Nyirambarushimana (24), die in Rio ook al indruk maakte, onderscheidt zich door het leeuwendeel van de puntenproductie voor haar rekening te nemen. Wanneer de kruitdampen zijn opgetrokken, volgt nogmaals de strijdkreet in drievoud.
Vrijwel onmiddellijk daarna doorkruisen de vrolijke leden van Team Rwanda al swingend de mixed zone, de plek waar standaard het journaille staat opgesteld. De intense vrolijkheid wekt grote verbazing bij de aanwezige pers die eerder gewend is dat sporters zo snel mogelijk hun weg proberen te vinden richting de kleedkamer.
Team in opbouw
Team Rwanda verloor eerder tijdens de groepsfase van de Verenigde Staten, Rusland en China. Dat gebeurde telkens met de maximale cijfers van 3-0. “Voor ons was dat geen verrassing. We zijn een team in opbouw, het kost eenmaal tijd om te groeien. In Rio, waar we op dit niveau ons debuut hebben gemaakt, waren de verschillen met de grootmachten beduidend groter. Ja, we kwamen toen nóg minder aan aanvallen toe. Dit alles heeft met name te maken met het feit dat de topteams al veel langer aan de weg timmeren”, analyseert Nsengiyumva na afloop. “Daarnaast spelen financiële middelen geen onbelangrijke rol. Zo is het beschikken over goede sportaccommodaties en vooral trainingsfaciliteiten een voorwaarde om daadwerkelijk stappen te maken. Die luxe kennen we niet in Rwanda. In ons land mag je al blij zijn als de volleybalvloer min of meer egaal is.”
Voorbereiding
Trainen doet de ploeg meestal in het NPC Rwanda Gymnasium in Butare, een stad in het zuiden van het Midden-Afrikaanse land, in het district Huye. “Door corona is onze voorbereiding verre van optimaal geweest. Gemiddeld hebben we het afgelopen jaar niet meer dan drie gezamenlijke trainingssessies per maand kunnen organiseren. Mede om die reden zijn we eerder naar Japan afgereisd, naar Okinawa om precies te zijn. Daar zijn we zo’n twee jaar geleden ook al geweest, bekend terrein dus.” Nsengiyumva was in Rio de assistent van de uit het Gelderse Westervoort afkomstige Peter Karreman die eerder tijdens de Paralympics van Londen de Rwandese volleybalmannen onder zijn hoede had. “Peter heeft ons het juiste zetje gegeven door deze weg in te slaan. Hij heeft in feite het fundament gelegd. Hoe de equipe zich verder zal ontwikkelen, hangt vanzelfsprekend van diverse factoren af.”
Tactische omschakelingen
Saillant detail is dat het team in vergelijking tot Rio grotendeels ongewijzigd is gebleven. Een groot gemis is het wegens ziekte ontbreken van spelverdeler Alice Musabyemaliya, die een aantal jaren terug centraal stond binnen een speciale campagne van het Liliane Fonds. Daardoor waren te elfder ure verschillende tactische omschakelingen noodzakelijk. Setter Solange Nyiraneza (25) was in Rio nog libero, een positie die ditmaal is ingevuld door Hosiana Mulisa, een van de drie nieuwelingen in de ploeg. De aanvoerder is nog steeds dezelfde: de inmiddels 32-jarige Liliane Mukobwankawe. Circa twee weken vóór aanvang van het grootschalige evenement kreeg ze zéér opmerkelijk nieuws van het Internationaal Paralympisch Comité (IPC). Ze was namelijk uitverkoren om samen met vijf andere sporters tegen het einde van de openingsceremonie de paralympische vlag het olympisch stadion binnen te dragen. “Daar heb ik natuurlijk geen nee tegen gezegd. Een gigantische eer. Van te voren was ik erg zenuwachtig, maar tijdens de ceremonie heb ik geen last gehad van de zenuwen”, aldus de captain. Atleet Munvunyi Hermas (37), samen met Claudine Uwitije de enige niet-volleyballer binnen de Rwandese delegatie, kwam de eer toe de vlag te mogen dragen.
Liliane Fonds
Het Liliane Fonds, dat gevestigd is in Den Bosch, zet zich in voor kinderen en jongeren met een handicap in ontwikkelingslanden.
Binnen het team bevinden zich meerdere personen die in het voorafgaande door het Liliane Fonds structureel gesteund zijn geweest. De ene keer door middel van het financieren van allerlei noodzakelijke operaties en andere behandelingen waaronder fysiotherapie. De andere keer ging het om het bekostigen en aanreiken van orthopedische hulpmiddelen. Sommige speelsters hebben een spierziekte onder de leden, weer anderen hebben om uiteenlopende redenen te maken gehad met een amputatie. Een enkeling is slachtoffer van de genocide die Rwanda in 1994 geheel in haar greep hield. In een tijdsbestek van amper drie maanden waren indertijd bijna een miljoen doden onder de burgers te betreuren, en nog veel méér gewonden en ontheemden.
Infectie
De doorgaans goedlachse Solange Nyiraneza uit het zuidelijke Ruhango is het Liliane Fonds nog altijd bijzonder erkentelijk voor de geboden hulp. Ze vertelt in het kort haar verhaal: “Ik was vijf toen ik samen met andere kinderen lekker aan het spelen was. Opeens viel ik en niet zo’n beetje. Er was geen dokter in de buurt en het ziekenhuis was te ver weg. Na een paar dagen kreeg ik een infectie. Ik heb ongeveer een maand moeten wachten voordat ik eindelijk naar het ziekenhuis kon. Het was te laat, omdat de infectie zich ondertussen over mijn hele linkerbeen had verspreid. Mijn been kon niet meer worden gered, met amputatie tot gevolg.” Een paar jaar later kwam ze in aanraking met zitvolleybal. “Dat heeft me veel goed gedaan, een totaal andere wereld ging voor me open. Het Liliane Fonds heeft ervoor gezorgd dat ik het lichamelijk allemaal aankon. Al die sessies fysiotherapie –om eens wat te noemen- hebben me enorm geholpen”, brengt ze in herinnering.
Lichamelijk beter
Carine Kwizera (26), afkomstig uit Rwamagana in het oosten van Rwanda, heeft veel last van verminderde spierkracht. Daardoor is ze beperkt in haar bewegingen. “Ik speel nu al weer een hele poos zitvolleybal. De sport helpt me mezelf lichamelijk beter te voelen. Het Liliane Fonds heeft mij ook prima bijgestaan op het gebied van fysiotherapie. Ik ben écht dankbaar, dat meen ik uit de grond van mijn hart.”
De doorgewinterde Clementine Umutoni (36) is oorlogsslachtoffer. “Als kind ben ik getroffen door een bom, waardoor ik een been mis. Mijn familie heeft nooit over de middelen kunnen beschikken om me te helpen; het Liliane Fonds gelukkig wel. Ik ben ruim tien jaar ondersteund geweest bij mijn revalidatieproces. Zitvolleybal is voor mij daarbij eveneens van grote waarde geweest. Mooie sport, waaraan ik nog héél lang plezier hoop te beleven. Hopelijk ben ik er over drie jaar in Parijs weer bij. Maar we moeten ons eerst nog zien te kwalificeren”, aldus Umutoni.
Auteur: Chris Korsten
Rwanda eindigt als zevende in Tokio
In de ouverture bleek de VS een maatje te groot: 25-11, 25-9 en 25-11. In de tweede ronde kwam Rwanda te kort tegen Rusland dat zegevierde met de cijfers 25-9, 25-9 en 25-12. In de derde ronde van de groepsfase moest de ploeg capituleren tegen China dat zegevierde met 25-6, 25-10 en 25-8. Bij de strijd om de zevende en achtste plaats trof Rwanda gastland Japan, dat met 25-19, 25-21 en 25-22 het schip inging.
In Rio eindigde Rwanda als achtste door in de laatste wedstrijd van Canada te verliezen.