De oplettende kijker is het wellicht de voorbije weken opgevallen. Bij de Elite 16-toernooien in Brazilië en eerder ook in Hamburg werden de teams tijdens de wedstrijden gecoacht. Het is een pilot op de Beach Pro Tour, nadat ook de CEV dit al heeft toegestaan. Na 5 oktober wordt de balans opgemaakt. “Het is in veel opzichten zoeken naar de juiste manier om het waardevol te laten zijn.”
Frank van den Outenaar en Reinder Nummerdor begeleiden de mannenteams van Beach TeamNL tijdens de trip door Zuid- en Midden-Amerika, waar drie Elite 16-toernooien achter elkaar worden gespeeld. Na twee toernooien in Brazilië volgt er nog één in Mexico.
Teamgevoel
Voor Van den Outenaar (op de foto boven tijdens een partij van Matthew Immers en Ruben Penninga) is coachen aan de rand van het veld niet nieuw. Bij de jeugd gebeurt dat al langer en ook op de CEV-toernooien is het eerder al ingevoerd. Tijdens de deze zomer gespeelde Nations Cup mochten de coaches ook aan het veld zitten, coachen, meejuichen en met handgeklap hun spelers ondersteunen. Alleen tijdens de rally mochten ze de spelers niet ‘toespreken’.
“Het voordeel is nu ook dat je de warming-up op het veld tot het einde toe mag bijwonen. Dat geeft je de tijd om tips te geven. Verder versterkt het wel het teamgevoel. Je zit dicht op het team en dat is prettig. Verder zal de invulling en onze rol nog meer ontwikkeld moeten worden”, aldus Van den Outenaar.
Zoals gezegd is het pilot. Bij het eerste toernooi in Brazilië mochten de coachen – in tegenstelling tot bij de CEV-toernooien - niet heel veel. Niet klappen, niet aanmoedigen. Nummerdor (o de foto boven met Alexander Brouwer en Steven van de Velde) was daar niet zo over te spreken. “Voor mij is het zwart-wit: of je geeft ons de volledige vrijheid of je staat het coachen niet toe. We zitten bovendien op een stoeltje dicht bij de scheidsrechterstafel en er is geen beroerder zicht op de wedstrijd denkbaarder dan vanaf daar. Je gaat steeds met je hoofd heen en weer en hebt nog geen overzicht. Wat dat betreft was de plek achter het veld beter.”
Op adem komen
Bovendien had Nummerdor in die eerste week het gevoel dat de scheidsrechters ook veel ‘politieagentje’ speelden. “We waren eigenlijk met handen en voeten gebonden, want je mocht niet klappen of aanmoedigen, alleen tijdens de time-outs iets zeggen. En die tijd is gewoon erg kort.
Van den Outenaar: “De jongens komen van het veld, moeten even op adem komen, zeggen dan nog eerst wat tegen elkaar en dan kom jij als coach aan de beurt. Dan kun je niet veel meer zeggen.”
Commentaar
Toch zijn er zeker momenten waarop de coach wel zijn invloed kan aanwenden. “Want je kunt nu wel aangeven om van tactiek te veranderen als het niet loopt.”
Van den Outenaar en Nummerdor zullen na de proefperiode hun feedback geven, maar zelfs tijdens de try-out worden al aanpassingen gedaan. Van den Outenaar: “Want deze week mogen we wel klappen en aanmoedigen. Het is natuurlijk ook een proef waarin je moet ondervinden wat werkt en wat niet. Nu is nog niet iedereen enthousiast. We zien coaches die eerst wel bij wedstrijden op de stoel gingen zitten maar bij een volgende wedstrijd gewoon weer op de tribune.”
Ook de rol van de coach moet zich ontwikkelen, benadrukt Nummerdor. “Dat is een groeiproces. We kennen onze jongens natuurlijk, maar dan nog moet je leren aanvoelen wat je op welk moment tegen wie wel en niet zegt. Niet iedereen zit altijd op commentaar te wachten. Dat zijn we ook aan het uitzoeken.”