Van 4 tot en met 12 november staat voor de Oranje Zitvolleybaldames het EK Zitvolleybal in Poreç (Kroatië) op de kalender. In aanloop naar dat continentale kampioenschap stellen wij je graag voor aan een aantal vrouwen van Oranje, die stuk voor stuk een indrukwekkend verhaal hebben over hoe hun beperking binnen het Nederlands team hun kracht werd. In deel 1 Fleur van Dam, sinds 2009 bij Oranje als spelverdeler.

Als spelverdeler schept Fleur van Dam rust en duidelijkheid in het team. Toen zij zich in 2009 aansloot bij het nationale paravolleyteam had zij verschillende knieoperaties en een maandenlange revalidatie achter de rug. Staand volleybal, haar grote passie, was niet meer mogelijk, maar zittend in het veld vond zij haar vrijheid en enthousiasme terug. De afgelopen periode heeft Fleur regelmatig met hardnekkige blessures te maken gehad. Wat betekent dat voor een topsporter en hoe ga je daarmee om? Fleur vond haar eigen antwoord op deze vragen, zowel in de sport als in haar werk als fysiotherapeut. 

Fleurv Dam Fysio

“Een blessure heeft verstrekkende gevolgen en mensen onderschatten vaak wat dat met je doet. De drive blijft, maar je wordt genoodzaakt om je doelen bij te stellen of om een nieuwe weg te vinden. Waar leg je dan je focus? Hoe leer je goed te luisteren naar jouw eigen fysieke grenzen en mogelijkheden? Ik heb het daar best moeilijk mee gehad, maar ik begin nu te merken dat ik het een plek heb gegeven. Als sporter zal ik altijd tot het uiterste willen gaan, maar soms dwingt mijn lijf me om een pas op de plaats te maken. Dat inzicht is ook heel waardevol voor mijn werk als fysiotherapeut, waarin ik voornamelijk schouderklachten behandel. Ik leer mijn cliënten dat hun leven niet eindigt met een beperking en daarbij spreek ik uit eigen ervaring. Ik help hen om weer op te krabbelen. Dat heeft tijd nodig, maar je moet er wel voor zorgen dat je niet blijft hangen.”

Betrokkenheid
“Zelfs toen ik geblesseerd was, ging ik naar alle trainingen, bijeenkomsten en toernooien. Noem het een soort zelfkastijding, maar daardoor bleef ik wel betrokken bij het team. Als gevoelsmens zorg ik voor balans en harmonie in het team. We hebben spelers die er wat rationeler in staan en die nogal direct zijn in de communicatie. Dat hebben we als team soms nodig, maar voor de balans is het ook goed dat er mensen zijn die voor de verbinding zorgen. Wie er ook voor me staat, ik kan gemakkelijk connecten. Ik bén er altijd, ze weten dat ze op mij kunnen rekenen. Met een sterk blok en met mijn manier van spelverdelen breng ik rust in het veld, omdat ik zie waar de ruimte is. Ik geniet ervan dat ik anderen dan kan faciliteren om te scoren. Het gevoel van een mooie set-up in je handen, en dan de positieve vibe als je echt als team een punt maakt: daar kan weinig tegenop.”

Buiten je comfortzone
“Na mijn knie-operaties wilde ik eerst niets van zitvolleybalweten. Pas na twee jaar revalidatie was ik klaar om die stap te zetten, maar ik was meteen om toen ik voelde dat ik mijn sport weer kon beoefenen zónder last van mijn knieën. In 2009 mocht ik voor het eerst meedoen met het nationale team en ik herinner me dat ik het superspannend vond. Ik heb in dit team een enorme groei doorgemaakt, als topsporter en al mens. Je werkt nauw samen met verschillende mensen die ook op een verschillende manier omgaan met hun leven en hun beperking. Om in zo’n sterk gezelschap jezelf te zijn, moet je soms buiten je comfortzone treden. Daarin heb ik mezelf echt ontwikkeld en dat helpt me om zo’n blessure om te bouwen naar iets positiefs. Ik weet nu dat ik bij een terugval zelf kan kiezen om de stijgende lijn weer op te pakken en dat inzicht breng ik ook over op mijn patiënten.” 

Bekijk ook eens

Facebook X WhatsApp LinkedIn