Niet alleen aan de top zit het Nederlandse zitvolleybal in de lift. Bij steeds meer verenigingen gaan er stemmen op om een zitvolleybalafdeling te starten. In een enkel geval schiet die tak zelfs als een paddenstoel uit de grond, maar vaak is het een project met een lange adem.
AVV Keistad in Amersfoort zijn ze nog maar vier maanden bezig, maar hebben ze al wel een team dat meespeelt in de competitie. Daarin is onder meer voormalige paralympisch zwemmer Simon Boer actief. “Mijn eerste kennismaking met zitvolleybal hier was heel positief. Ik werd heel warm ontvangen en alles was goed georganiseerd”, aldus Boer.
Bij het eerste toernooi beschikte Keistad precies over zes spelers, net genoeg om een team mee te vullen. “Er zijn binnen de club al meer spelers, maar sommigen wilden eerst wat vertrouwen in de training opbouwen. Begrijpelijk.”
Teamgenoot Arno Brouwer is ook bestuurslid bij Keistad. Begin 2025 werden de eerste plannen gesmeed en in maart volgde al een door de volleybalbond georganiseerde startclinic. Zo snel kan het gaan, beaamt Brouwer, die ook de buurtsportcoach bij het initiatief betrok.
“We willen met onze club ook andere groepen sporters aan ons binden, om nog meer mensen de kans te geven om te volleyballen. Ons motto bij Keistad is dan ook helder. ‘Iedereen speelt topvolleybal, op zijn of haar niveau’. Dat telt”, liet Brouwer al eens optekenen in de krant AD.
Vertrouwen
Nog geen half jaar na de eerste kennismaking, debuteerde dus al een team van Keistad in de tweede divisie. Toen bleek dat het team nog veel te leren heeft, maar ook dat snel progressie wordt gemaakt. Simon Boer: “Na elke wedstrijd begonnen we vermoeider aan de volgende, maar het werd er niet slechter op. Op inhoud en techniek kunnen we nog flink verbeteren. Op de training gaan verder vertrouwen opbouwen. Logisch dat dat er nog niet is, wanneer je het nog nooit hebt gedaan. Het laagste niveau in zitvolleybal is al best hoog.”
Op termijn wil Keistad, dat een gemeentelijke subsidie voor het initiatief heeft aangevraagd, doorgroeien naar vier teams. Ook is een volgende stap de integratie binnen de club nog verder te verbeteren. In de Nederlandse competitie kun je namelijk ook zonder handicap meedoen. Brouwer: “Zitvolleybal is een uitstekende manier voor volleybalspelers met een blessure, zoals aan je enkel of knie, om hun favoriete sport te blijven beoefenen zonder dat springen nodig is”.
Betrokken
Bij Alvoco in Alkmaar sloeg de vonk ook over na een startclinic in oktober 2024. Martin Polman was daar het allereerste zitvolleyballid. Zelf moest hij enkele jaren terug na een zware blessure het staand volleybal opgeven en na wat proeftrainingen bij Spaarnestad nam hij het initiatief om een club dichter bij huis enthousiast te maken. Die vond hij in Alvoco.
Tot het formeren van een competitieteam is het nog niet gekomen. Door blessures in het kleine groepje starters staan zelfs nu de trainingen even onder druk. “Het is jammer dat we nog niet genoeg mensen hebben om een partijtje te kunnen spelen, want dan ervaar je pas echt hoe leuk het is. We gaan nu kijken of we wellicht met verenigingen in de buurt meer gezamenlijke trainingen kunnen opzetten.”
Speurtochten naar talent bij onder meer het revalidatiecentrum Heliomare en andere initiatieven leverden nog niet veel op, maar Polman geeft de moed niet op. “Binnen de club is ook de voorzitter (Anoek Steenbergen) heel betrokken en we willen de trainers als gezichten van de vereniging ook meer betrokken maken. Het kan namelijk ook voor leden zonder handicap maar met een langdurige blessure een mooie tijdelijke oplossing zijn om wel te kunnen blijven sporten.”
Begrip
Rond Groningen was zitvolleybal ook lang een begrip, maar de laatste jaren kwam de klad erin. Tot verdriet van Addie Dost, zelf oud-international die de hoogtijdagen van het Nederlands mannenzitvolleybalteam meemaakte en zich nu sterk maakt om het zitvolleybal weer van de grond te krijgen in Noord-Nederland. “Ik heb daarvoor DIO Bedum en Lycurgus benaderd, die allebei enthousiast hebben gereageerd, maar ook contact gezocht met Ellen Wollerich van het Huis van de Sport in Groningen. Daarnaast ben ik heel actief op LinkedIn en andere social media, benader ik fysiotherapeuten, revalidatiecentra en sportleraren. Je kunt niet na één bericht achteroverleunen.”
Drempel
Inmiddels is er al een groepje van vijf (volgt een zesde deelnemer snel) dat in alleen Bedum traint omdat er in Groningen nog geen zaal beschikbaar is. Dost: “De ambitie is om volgend jaar met een team aan de competitie mee te doen. Stap voor stap willen we groeien.”
Dost loopt soms nog wel tegen terughoudendheid van valide sporters aan. “Mensen die geen lichamelijk handicap of beperking hebben vinden de stap naar het zitvolleybal best nog wel moeilijk. Maar vaak als ze het eenmaal hebben geprobeerd, zijn ze die drempel over. Daarom ga ik ook bij clubs in de omgevingen clinics geven.”
Naast de opsomming hierboven, is het advies van Dost aan andere clubs die met de gedachte spelen om een zitvolleybalafdeling te beginnen: “Zoek partners, ga praten met gemeentelijke organisaties en zoek mensen die er echt tijd in willen stoppen.”