Vandaag is het Coming Out Day waarop er aandacht is voor het moment dat iemand in de LHBTIQ+ uitkomt voor zijn of haar seksuele geaardheid of genderidentiteit. International Anne Buijs deelt haar verhaal over haar coming out.

Hoe was het voor jou om uit de kast te komen?

“Nou, ik was sowieso al vrij laat met überhaupt vriendjes en vriendinnetjes, want ik was altijd heel veel aan het sporten. Toen ik een jaar of 16, 17 was dacht ik wel dat ik vrouwen interessanter vond dan mannen, maar nooit dat ik dacht: dan ben ik lesbisch. Totdat ik mijn eerste relatie kreeg met een vrouw, toen was ik denk ik 18 of 19. Ik heb het ook toen pas aan mijn ouders verteld. Meer in de zin van: ‘ik heb een relatie’, in plaats van ‘ik ben lesbisch’. Dat was eigenlijk 2 in 1.”

“Mijn moeder wist het al wel wat eerder, zij had het op gegeven moment wel door, ik had het altijd maar over dat meisje. Dat ging eigenlijk wel heel gemakkelijk. En met mijn vader (Teun Buijs, oud-international en volleybalcoach, red.) was ik wel wat zenuwachtig dat ik zou vertellen dat ik een vriendinnetje had. Maar mijn vader is een hele lieve man, achteraf had ik helemaal niet zo moeilijk hoeven doen, maar dat komt denk ik door hoe je jezelf erbij voelt. Het is ‘een ding’ dat dan verteld moet worden. Als ik erop terugkijk was hij eerder teleurgesteld dat hij het niet eerder wist, dan het feit zelf. Dat was wel een hele opluchting dat het geen probleem was dat ik met een vriendinnetje ben thuisgekomen.”

“Mijn vader was destijds mijn coach van het volleybalteam (SSC Schwerin in Duitsland, red.) en mijn vriendin (Lisa Thomsen, red.) zat ook in dat team. We hadden bedacht na het seizoen te vertellen dat we een relatie hadden. We dachten dat de onderlinge verhoudingen misschien ingewikkeld zouden worden, of dat hij als coach in een moeilijk pakket zou worden gebracht, omdat hij al zijn dochter in het team heeft en dan heeft ze ook nog een relatie met iemand uit het team. Hij zei achteraf: ‘Dat hebben jullie verkeerd ingeschat. Ik had liever wel willen weten, dan had ik erop in kunnen spelen.’”

Voel je je veilig in de volleybalwereld?

“Ja, heel erg. Ik denk dat de volleybalwereld daar wel heel relaxt en open over doet. Ook in de teams waar ik heb gespeeld in Duitsland, in Italië en nu in Brazilië, de mensen reageren er gewoon leuk op. Ik heb het idee dat ik er zelf heel normaal mee omga, dat ik gewoon vertel over mijn vriendin en nu dan mijn verloofde (de Braziliaanse volleybalster Ana Carolina, red.) en over dat we gaan trouwen. Ik heb gelukkig nooit iets vervelends meegemaakt. Ik denk juist het tegenovergestelde, mijn vriendin is in Brazilië best beroemd. Nou ja dat klinkt ook weer zo groot, maar zij is wel een bekende volleybalster. Ze heeft op de Olympische Spelen met Brazilië een zilveren medaille gewonnen. Zij post zelf wel veel op social media. Mensen reageren altijd zo leuk als ze een foto van mij en haar samen zien. Mensen die reageren met: ‘Kunnen jullie me adopteren? Jullie zijn mijn favoriete stel van Brazilië.’ Mensen die het aanbidden dat wij er zo open over zijn. Alleen maar leuke reacties.”

Welke waarden ervaar je in de volleybalsport, zijn de openheid en acceptatie groot?

“Ik denk zelf in de volleybalwereld wel ja. Voor de mannen kan ik het niet zo goed zeggen, want die spreek ik niet zoveel. Voor de vrouwen durf ik wel echt te zeggen dat het iets heel normaals is en dat het geen issue is. De helft van mijn team hier is lesbisch. We doen op de training dan wel eens een spelletje volleytennis en dan doen we hetero- tegen homoseksueel. We kunnen er zelfs grapjes over maken. Wie er het vaakst wint weet ik niet, ik denk fifty-fifty, haha.”

Je hebt in meerdere landen gespeeld, Duitsland, Italië, Turkije. Ben je wel eens anders behandeld?

“Mijn club waar ik in Turkije speelde (2015-2016, red), VakifBank, is een hele grote staatsbank, die maakt onderdeel uit van de kring Erdogan. Die doen altijd alles heel keurig, ook op social media. Er mag geen alcohol in beeld bijvoorbeeld. Als je naar de president gaat dan moet je netjes gekleed, gewoon heel degelijk, heel keurig. Bij aankomst werd me verteld dat als er in een interview gevraagd zou worden naar mijn persoonlijke situatie ik niet zou mogen ingaan op het feit dat ik een vriendin had. Van de club mocht ik daar niet open over zijn. Het is uiteindelijk nooit ter sprake gekomen. Natuurlijk zou ik er liever niet geheimzinnig over doen, maar aan de andere kant ben ik te gast in een andere cultuur, ik ga hier niet de regels en wetten bedenken. Daar hou ik me dan keurig aan. Maar liever zou ik het anders zien, ook voor de speelsters zelf in Turkije. Want daar heb ik ook wel een aantal meiden ontmoet die lesbisch zijn en daar heel geheimzinnig over moeten doen, voor familie of werk. Ik vind het alleen maar vervelend voor hen dat ze niet zichzelf kunnen zijn. Als ik daar mijn steentje zou kunnen bijdragen door er meer open over te zijn en het normaler te maken, dan zou ik dat graag doen om ze te helpen. Maar in deze situatie mocht dat helaas niet. Dat is de enige keer dat ik zoiets vervelends heb meegemaakt, verder is er altijd normaal positief op gereageerd.”

Hoe zou iemand een coming out makkelijker kunnen maken?

“Ik weet niet of ik het zo kan zeggen, maar ik denk dat het voor een deel de verantwoordelijkheid is van de persoon zelf. Ik heb er zelf altijd normaal over gedaan. Je bent vaak banger voor de reacties dan je daadwerkelijke coming out. Als mensen er geheimzinnig over doen of het niet durven en er krampachtig over worden, dan zal de omgeving daar ook zo op reageren. Ik kan me wel voorstellen dat het heel anders is als je uit een heel ander milieu komt, waar de ouders zeggen: als mijn kind uit de kast komt, dan kan hij ergens anders gaan wonen en dan is het mijn kind niet meer. Dat is natuurlijk een heel vervelende situatie en dat wens ik niemand toe. Dan is het misschien beter voor een persoon om in de kast te blijven, want dan heb je in ieder geval je ouders nog bij je in de buurt. Aan de andere kant, dan heb je je ouders dichtbij, maar dan kan je jezelf niet zijn. Is dat het dan waard? Dat kan ik niet voor een andere individu inschatten.”

Wat zou je er als mede-sporter aan kunnen doen voor een inclusieve en veilige sportomgeving?

“Als mensen bijvoorbeeld scheldwoorden als homo of vieze flikker gebruiken, kan ik me voorstellen dat het iemand die in de kast zit afschrikt. Ze kunnen dan denken: 'Die persoon is misschien wel heel erg anti, dus dan kom ik maar niet uit de kast.’ Daar kun je anderen op aanspreken. Verder kan je er voor elkaar zijn. Maar dat is in alle gevallen zo, we zijn gewoon mensen. Dus als je ziet dat iemand het moeilijk heeft met wat voor onderwerp dan ook, dan ben je er voor elkaar. Dat is ook het mooie aan een teamsport, aan de volleybalsport. Dat je voor elkaar kan zorgen. Dat is anders dan als je in je eentje op de tennisbaan staat, of in de fitness, dan doe je dat in je eentje. Met het team breng je heel veel tijd met elkaar door en leer je elkaar heel goed kennen. Ik denk dat dat het mooie is aan een teamsport.”

Een veilig sportklimaat creëren met zijn allen?

“Ja, dat denk ik wel. Bij het Nederlands damesteam roept ook wel eens iemand homo en dan ga ik naar die persoon toe van: hé, hallo! Ik ben er ook nog hè! En dan zegt diegene ‘sorry, sorry, dat was ik even vergeten’. Maar dan maak ik er een grapje van: ‘het is goed joh, dat maakt mij niet uit’. Dat je een beetje met humor oplost, dat is altijd wel een goede manier om het te bespreken of op te lossen.”

Zie je daar nog een rol voor clubs of voor de bond?

“Je kan dan zeggen: hang homovriendelijke posters op in de kantine ofzo, maar dat klinkt ook weer zo afgezaagd. Want dan maak je er aan de ene kant ook weer zo’n ding van. Het zou wel helpen als het een vriendelijke omgeving is. Misschien zit ik in een luxepositie waarin ik denk: dat is toch gewoon heel normaal? Terwijl dat misschien niet zo is en is het wel heel goed om posters op te hangen en een campagne te doen.”

Vind je het goed dat Coming Out Day er is?

Ja. Ik denk niet dat daardoor mensen op die dag uit de kast gaan komen, alleen omdat het Coming Out Day is. Daar is het misschien wel voor bedoeld, maar ik denk dat iedereen dat op zijn eigen tijd moet doen. Als je er klaar voor bent. Als je het wil vertellen aan vrienden of familie. Maar voor het bewustzijn van heel Nederland dat er nog mensen in de kast zitten, dat we het daarover hebben, daarvan denk ik wel dat het heel belangrijk is ja. In mijn ogen is het niet nodig dat je zou moeten vertellen: ‘nou pap en mam, kom eens even zitten, ik ben homoseksueel’. Je zou moeten kunnen vertellen: ‘ik heb een leuke nieuwe relatie en ik ben hartstikke verliefd en hij of zij heet zus of zo’. Het gaat in principe toch alleen maar om liefde? Ik zie niet zo goed in wat daar nou zo verkeerd aan is. In mijn romantische beeld zou dat allemaal niet meer hoeven. Maar blijkbaar is het nog wel nodig, dus dan zou ik vooral zeggen: ga ermee door en maak er campagnes voor. En als ik met dit interview zou kunnen helpen, dan doe ik dat graag. Gewoon om te laten zien dat er eigenlijk helemaal niets bijzonders aan is.”

Foto: Fotohoogendoorn.nl

Bekijk ook eens

Facebook X WhatsApp LinkedIn