De dames van Sliedrecht Sport zijn ook in de kampioenspoule van de eredivisie op dreef. De Zuid-Hollandse ploeg sloot de reguliere competitie als koploper af en die positie hebben ze vastgehouden. Gisteren wonnen ze met 1-3 (24-26, 29-27, 18-25, 20-25) van Regio Zwolle Volleybal. De regerend landskampioen staat dik bovenaan en is torenhoog favoriet voor de titel.
Eerder dit seizoen slaagde Regio Zwolle Volleybal er nog verrassend in om van Sliedrecht Sport te winnen, maar dat lukte nu voor het eigen publiek niet nog een keer. Toch kreeg het publiek een hele leuke, spannende en goede volleybalpot voorgeschoteld.
De eerste set leek naar de thuisploeg van trainer Wilfried Groothuis te gaan, want in de slotfase van de set werd er een voorsprong van drie punten gepakt. Zwolle kwam op 23-20, maar toch ging de set uiteindelijk naar de regerend kampioen. Groothuis: "Op dat moment was het eventjes net niet, want door drie eigen foutjes gaven we de set uit handen."
De tweede set werd wel gewonnen door de thuisploeg, na een spannende ontknoping. Ze moesten alles uit de kast halen om de set over de streep te trekken en deden dat met 29-27. Het publiek hoopte dat het nu weer echt een spannende strijd werd, maar Sliedrecht maakte snel een eind aan de hoop op een Zwolse overwinning.
De ploeg van trainer Matt van Wezel speelde in de derde set erg overtuigend en maakte met af en toe een tempoversnelling het verschil: 18-25. Het Zwolse verzet was daarmee gebroken en de vierde set ging ook redelijk eenvoudig naar de gasten: 20-25. Sliedrecht Sport blijft de koploper van de kampioenspoule, met een ruime voorsprong op nummer twee, VC Sneek.
Ondanks de nederlaag keek Zwolle-trainer Groothuis positief terug: "We vandaag een stap voorwaarts gemaakt. In de eerste wedstrijd troffen we een compleet Sliedrecht en konden we eigenlijk niets beginnen. In de tweede wedstrijd waren ze incompleet en wonnen we. Nu waren ze compleet, in goeden doen en maken we er een wedstrijd van. Dat is een goed teken. We treffen Sliedrecht sowieso nog één keer, hopelijk nog vaker, en dan zou het mooi zijn als we de volgende stap hebben gemaakt. Een uitdaging, dat wel.”