Christiaan Varenhorst heeft de beachvolleybaltrainingen hervat en kijkt inmiddels uit naar zijn rentree in het wedstrijdencircuit. De winnaar van WK-zilver in 2015 heeft in Leon Luini een nieuwe partner gevonden.
Varenhorst revalideerde de afgelopen weken van een zware rugblessure. In die periode werd ook bekend dat zijn teamgenoot Steven van de Velde de keuze heeft gemaakt om het seizoen te vervolgen met Matthew Immers. Daardoor was Varenhorst genoodzaakt om op zoek te gaan naar een nieuwe partner met wie hij de ambitie op deelname aan de Olympische Spelen in Parijs zou kunnen najagen. De blokkeerder gaat dat doen met Leon Luini, die op zijn beurt uit het team met Ruben Penninga stapt.
Beste keuze
Voor Varenhorst (33) komt daarmee een einde aan een periode van onzekerheid. “Ik prijs me gelukkig dat er voor mij best wat opties waren en ik ben blij dat ik heb kunnen kiezen voor Leon. Met hem als verdediger op links en mijn voorkeur als blokkeerder op rechts geloof ik zeker dat we samen een goed team vormen. Het voelt als de beste keuze.”
Ook Leon Luini (22) is van mening dat de samenwerking met Christaan hem de meeste kans op succes kan brengen. “Ik heb een waanzinnige tijd gehad met Ruben, die me heeft geholpen om te komen waar ik nu sta. Maar na een eerste seizoen waarin we misschien boven verwachting presteerden, gaat het dit seizoen een beetje beneden verwachting. Met een Olympische droom in mijn achterhoofd is dit voor mij de beste keuze. Daar sta ik voor honderd procent achter. Ik ben nog een broekie, kan van een ervaren Chris heel veel leren.”
Efficiënt
Het nieuwe team moet nog wel even geduld hebben. Varenhorst heeft de baltrainingen voorzichtig hervat en denkt begint juli weer wedstrijdfit te zijn. Tot die tijd verkent het team Varenhorst/Luini de speelmogelijkheden op de tours, die de route naar het WK en andere grote toernooien zo efficiënt mogelijk maken.
Luini: “Het is een taaie klus. We voelen elkaar goed aan en ik hoop dat die klik in het veld ons ook iets oplevert, want we hebben geen tijd om er rustig in te komen. We moeten er gelijk staan.”